Snorkelen 2
Examenprogramma Nationaal Snorkeldiploma 2
Proef 2.1 Omgaan met de basisuitrusting
Te water gaan met de basisuitrusting in de hand, gevolgd door aantrekken van de basisuitrusting in het water aan de oppervlakte
Proef 2.2 Te water gaan en conditiezwemmen
Te water gaan met een rol voorover, gevolgd door 75 meter snorkelen, waarbij per 25 meter minimaal 2 drijvende voorwerpen worden ontweken, afgerond met het ‘einde-teken’ geven naar de examinator/beoordelaar
Proef 2.3 Draaien
50 meter snorkelen, waarbinnen 1 keer een hele draai voorover om de breedteas en 2 keer een hele draai om de lengteas (1 keer linksom en 1 keer rechtsom)
Proef 2.4 Kicken en drijven
1 minuut kicken met verplaatsen in meerdere richtingen, gevolgd door 1 minuut drijven op de buik in hurkhouding, gevolgd door geheel onder water gaan en weer bovenkomen
Proef 2.5 Onder water oriëntatie
50 meter snorkelen, waarbinnen 2 keer een hoekduik maken, waarbij opstijgen met een hele draai om de lengteas en bovenkomen tussen verschillende drijvende voorwerpen
Proef 2.6 Dolfijnslag
15 meter dolfijnslag aan de oppervlakte, gevolgd door 15 meter dolfijnslag onder water
Proef 2.7 Survival – red jezelf
50 meter snorkelen, gevolgd door afdoen van duikbril en snorkel, gevolgd door 25 meter zonder duikbril en snorkel overbruggen, afgerond met zelfstandig uit het water op de kant klimmen
Proef 2.8 FUN opdracht
Laat de kandidaat de leukste snorkelopdracht uitvoeren die je kunt bedenken. Deze mag zowel individueel, met tweetallen als in een groep worden uitgevoerd. De richtlijn voor de duur van de opdracht is 2-3 minuten
Proef 2.9 Survival – help je buddy
Verplaats een buddy over 25 meter door middel van de duwgreep